InleidingIn deze paragraaf staat achtergrondinformatie over heraldiek en de plaatsen waar die nog uitgebreider beschikbaar is.
Daarna volgt een toelichting op de kleuren van ons familiewapen, afkomstig van de Nassause kleuren, azuur en goud.
Ontwikkeling van de heraldieke informatie en gebruiken
Zoals eerder vermeld bestaat de heraldiek als fenomeen nu zo'n 800 jaar. Over de heraldiek zijn in die jaren vele publicaties verschenen. Je kunt ze indelen in twee grote categorieën.
Ten eerste: publicaties uit het verleden die een verhaal vertellen of gebeurtenis beschrijven (bijvoorbeeld een oorlog, een riddertoernooi e.d.). In die publicaties was heraldiek een onderdeel van het geheel. Heraldiek wordt besproken en heeft daarin een functie, maar het doel is niet de heraldiek in een breder kader te beschrijven.
Later kwamen er publicaties met als doel om een overzicht te geven van de hele heraldieke materie. Over de symboliek van de kleuren en de stukken, de regels van het blazoeneren en haar ontwikkeling.
Nadat de heraldiek in ca 1100-1200 in ontwikkeling kwam, vanuit de militaire behoefte van de ridders, zagen we daarna dat het gebruik van wapens, vrij snel, een grote vlucht nam naar ook de andere delen van de samenleving. Die verspreiding werd veroorzaakt door de aantrekkingskracht van de esthetisch mooie beeldtaal van de heraldiek. En ook door het gebruik om wapens in te zetten als zegel, om op die manier documenten of goederen te voorzien van een persoonlijk kenmerk. Een afbeelding als handtekening, in een verder grotendeels ongeletterde samenleving, en daarmee voor iedereen leesbaar. Daarmee kreeg het wapen of zegel een zekere wettelijke status en groter belang, waarover ook meningsverschillen konden ontstaan. Spelregels daarover werden vastgelegd in een wapenrecht
dat toen, en ook nu nog, is gebaseerd op gewoonterecht (of goed fatsoen). Er is geen officieel wettelijk kader (bron 1).
Het recht op een wapen werd vanaf de tweede helft van de 13e eeuw voor iedere man erkend, of hij nu tot de adelstand behoorde of niet. In die periode maakten stedelingen, boeren, geestelijken, vrouwen, kerkelijke en wereldlijke instellingen voor het zegelen al grootschalig gebruik van heraldische emblemen. Iedereen had het recht op een naam, en daarom had ook iedereen het recht op het voeren van een wapen. Er is maar één voorwaarde: dat men daarbij niet het wapen van een ander usurpeert, dus wederrechtelijk gebruikt. Het is immers een identificatiemiddel.
Reeds in de 14e eeuw werd in de Nederlanden veelvuldig gezegeld door niet-adelijke personen, zowel in de steden als op het platteland (bron 1).
Bij de start van de heraldiek (12e eeuw) waren de wapens persoonlijk, dat wil zeggen van één wapenvoerder. Een opvolgende wapenvoerder nam een eigen, nieuw wapen aan. Vanaf begin 14e eeuw gingen kinderen de wapens van hun vaders voeren en werden de wapens erfelijk. Om een erfelijk wapen toch individueel te maken werd een systematiek van breuken ingevoerd. Hierbij werd aan het volle wapen van de vader een (kleine) wijziging aangebracht (gebroken) waardoor het toch weer individueel werd. Alleen de oudste zoon erfde mettertijd het volle wapen van zijn vader.
Dit breken verdween uiteindelijk uit de Zuid-Nederlandse heraldiek in de 17e eeuw.
Met de introductie van de handtekening om te identificeren verdween de noodzaak voor een individueel wapen. Het volle wapen vererfde toen naar alle naamdragende familieleden (bron 1).
Vanaf dat moment hoorden de wapens bij een familie.
Tot de 17e eeuw was de kennis over wapens versnipperd over talrijke publicaties. Er was geen alomvattend overzicht of handboek.
1. Den Nederlandtschen Herauld, Thomas de Rouck.
De eerste poging daartoe in Nederland werd in 1645 gedaan, door Thomas de Rouck. In zijn boek "Den Nederlandtschen Herauld, ofte Tractaet van wapenen en politycken adel" (bron 2) verzamelde hij zoveel mogelijk kennis over de heraldiek die toen beschikbaar was. Door de huidige kenners wordt dit boek gezien als het eerste handboek voor de heraldiek in de Nederlandse taal. Het geeft voor het eerst een goed overzicht van alle aspecten van de wapenkunde.
Na dit werk is er gedurende ca 200 jaar geen boek meer geschreven over de ontwikkelingen van de heraldiek in Nederland dat kan worden gezien als een overzichtswerk, en leer- of handboek. Hierdoor werd aan "Den Nederlandtschen Herauld" zeer lang een zeker gezag toegekend (bron 3).