Kerkelijke tiendheffers

De familie Reijnders als tiendheffers van de parochie H. Nicolaas te Heythuysen, 1685-1745
In de begraafinschrijvingen van onze familie wordt in twee inschrijvingen gerept over het feit dat onze voorvaders tiendheffers waren voor de parochie in Heythuysen. Deze inschrijvingen hebben betrekking op drie achtereenvolgende voorvaders. Omdat zo een meerdere generaties lang uitgeoefende taak toch wel bijzonder is ben ik daar eens wat dieper in gedoken. 

Dit thema heeft betrekking op de volgende voorvaders (in de blauwe blokken):
Om een beeld te krijgen wat het inhield om “inner van kerkelijke tienden” te zijn eerst iets over de achtergrond van dit fenomeen.

Kerkelijke tienden
Een tiende (of kortweg: tiend), is een vorm van kerkelijke belasting, waarbij men een tiende deel van de oogst diende af te dragen. Het recht om te heffen werd tiendrecht genoemd. Degene die moest afdragen was tiendplichtig

Doel van het tiendrecht
Al in de Bijbel wordt gesproken over het afdragen van een gedeelte van de oogst aan de Joodse Tempel. In Europa werd de tiende ingevoerd in de tijd van Karel de Grote (geboren 747 – overleden 814 n.C.). Net als in de Bijbelse tijd was deze tiende bedoeld als een sociale belasting, die moest dienen ter financiering van sociale werken zoals de armenzorg, het levensonderhoud van de parochiepriesters en het onderhoud van de kerkgebouwen. De regel was dat iedereen een tiende deel van zijn oogst en jongvee zou afdragen. 
Niet iedereen was tiendplichtig. Het tiendrecht rustte niet op een persoon als zodanig, maar op een eigenaar van een tiendplichtig goed. De rechten waren dus verbonden aan het goed, en bij een verandering van eigenaar bleef het recht verbonden aan het goed. In oude verkoopakten wordt daarom nadrukkelijk vermeld of een landerij tiendvrij was. 

De inning
De tiendheer ging zeker niet altijd persoonlijk de akkers af om de tienden te innen. 
De inning gebeurde aanvankelijk in natura, waarbij men letterlijk een tiende deel van de oogst op de velden ging ophalen. Dit gebeurde met een tiendkar die de akkers langs reed, of de bijeengebrachte tienden ophaalde bij een verzamelpunt, de tiendpaal. Het ophalen van deze tienden, de inning, gebeurde door een tiendheffer.
Hij was degene die alle tiendplichtigen afging om de tienden in ontvangst te nemen. 
In de tijd dat de tienden nog in natura werden voldaan werden ze door de tiendheffer na inning opgeslagen in een tiendschuur. Vaak imposante schuren die bij kloosters en abdijen voorkwamen. Zij verpachtten veel grond waarover tienden werden afgedragen. In Weert staat nog een gebouw genaamd “De Tiendschuur” die als zodanig dienst heeft gedaan voor de heren van Horne. 
Met het toenemen van de geld-economie werd later de tiende steeds vaker voldaan in klinkende munt. 
Bron 1. 

Tiendheffing en de familie Reijnders
Nu dat duidelijk is wat een tiendheffer inhoudt, terug naar onze familie. 
Hieronder staan de twee transcripties van begraafinschrijvingen waaruit dat tiendheffer-schap blijkt:
1. Begraafinschrijving van Winocus Reijners (ged. Heythuysen 30-5-1687 / overl. Heythuysen 3-1-1731)

                                                    
                                                Bron 2.

Deze vertaling van de oorspronkelijk Latijnse inschrijving dateert uit de periode dat Petrus Franciscus Linckens pastoor was in de parochie H. Nicolaas in Heythuysen. Hij had de gewoonte om inschrijvingen vrij uitgebreid vast te leggen, waardoor er een soort kleine levensloop ontstond, met veel informatie over de betreffende persoon. 
 2. Begraafinschrijving van Henricus Reijners (ged. Heythuysen 3-8-1716 / overl. Heythuysen 30-1-1746)

 
                                              Bron 3.

In deze inschrijving benoemt pastoor Linckens, anders dan boven, niet dat Henricus een opvolger van Wijnandus is. In de eerste inschrijving wordt expliciet benoemt dat Wijnandus zijn vader (Henricus) is opgevolgd. 

Uit deze inschrijvingen blijkt dat de functie van “tiendheffer van de parochie H. Nicolaas te Heythuysen” drie opeenvolgende generaties in onze familie is geweest, bij de personen die in het eerste schema staan weergegeven.
Tevens blijkt uit de eerste inschrijving dat je voor deze functie werd beëdigd door de parochie, en werd geacht om “rechtvaardig” en “nauwgezet” je werk te doen. 
Als laatste blijkt ook dat je er niet per sé voor moest kunnen lezen en schrijven. Maar met je “natuurlijke capaciteiten” van je gezond boerenverstand kon je deze administratieve werkzaamheden ook prima uitvoeren. 

Ik heb onderzocht of er over deze materie archieven bewaard zijn gebleven. Met name was ik geïnteresseerd of er van de tiendheffing registers bewaard zijn gebleven. Een verantwoording waarin staat wie de tiendheffer in een periode was, wie tiendplichtig was en hoe kwijting werd gegeven of er tiend betaald was. Het was natuurlijk voor een tiendplichtige ook belangrijk dat hij na afdracht kon aantonen dat hij daadwerkelijk betaald had en aan zijn plicht had voldaan als daar later discussie over zou komen. De tiendheffer moest daarvoor waarschijnlijk een soort kwitantie afgeven met waarmerk, bijvoorbeeld met een zegelmerk. We weten immers dat de tiendheffer niet kon schrijven. Een handtekening was nog geen optie. 

Ik heb hierover navraag gedaan bij het parochiebureau van de H. Nicolaas. Bij de parochie zijn geen archieven of overzichtsregisters meer aanwezig uit die periode. Bron 4. 
Het oude archief van de parochie H. Nicolaas wordt bewaard bij het Gemeentearchief (Streekarchief) van Roermond. Dit archief heb ik onderzocht op informatie over de tiendheffing met archiefmedewerkster Lian Geuns.
Conclusie is dat er geen tiendregisters van Heythuysen bewaard zijn gebleven. Ze waren er waarschijnlijk wel, want Lian Geuns weet dat er van andere parochies wel tiendregisters in het Gemeentearchief aanwezig zijn. Helaas van Heythuysen niet. Bron 5.

Het feit dat drie opeenvolgende generaties van één familie tiendheffer zijn voor de parochie is eigenlijk wel logisch.
Het tiendrecht kon op twee manieren worden uitgeoefend.
Ten eerste doordat de kerk het tiendrecht verpachtte aan de hoogstbiedende. De parochie was dan van de inning af en ontving gewoon een vaste pacht. De pachter van het tiendrecht moest maar zorgen dat hij de tienden inde. Bij goede oogsten was er dan voor de pachter een meevaller, bij slechte oogsten een tegenvaller. Dat was dan zijn ondernemersrisico. 
De tweede vorm was dat de tiendheffer daadwerkelijk in opdracht van de parochie, voor de parochie de tienden ging innen op de velden, bij de tiendplichtigen. 
Voor beide vormen was het erg belangrijk dat de tiendheffer precies wist welke percelen (en bijbehorende eigenaren of pachters) tiendplichtig waren. En dan is het logisch dat de zoon deze kennis bijna automatisch meekrijgt van zijn vader. Zij wisten precies waar alle percelen lagen en wie er tiend moest betalen. En zo bleef de functie van tiendheffer dus logischerwijze binnen de familie. 
Omdat de tiendheffers Reijnders door de parochie beëdigd waren is het het meest waarschijnlijk dat onze voorvaders inden voor de parochie, en niet voor eigen rekening als pachter van het tiendrecht. Bron 6.

Omdat er uit het archiefonderzoek geen aanvullende informatie is gekomen 
heb ik met de beschikbare informatie een zo goed mogelijke reconstructie gemaakt van die periode:

Henricus Engels alias Reijnders (ged. Heythuysen 14 maart 1660 / begr. Heythuysen 13 mei 1726).

Henricus wordt indirect genoemd als inner, in de begraafinschrijving van zijn zoon Wijnandus. Zeker weten we dat zijn zoon 15 jaar tiendheffer was. En dat hij deze functie als opvolger van zijn vader van hem heeft overgenomen.  Waarschijnlijk was hij toen meerderjarig, of "mondig". Dat was in onze streken destijds bij een leeftijd van 25 jaar, dus in ca 1712. 
Wanneer Wijnandus een rechtstreeks opvolger is van zijn vader, zoals de inschrijving suggereert, en Henricus op dezelfde leeftijd is gestart dan zijn zoon, dan is hij tiendheffer geweest in de periode ca 1685 (25 jaar oud) tot ca 1712
(52 jaar oud), dus gedurende een periode van 27 jaar. Wellicht is hij als eerste tiendheffer in de familie op latere leeftijd gestart/gevraagd, en is de periode dat hij tiendheffer was wat korter dan 27 jaar geweest. Dat is niet meer aan te tonen. 

Wijnandus Reijners (ged. Heythuysen 30 mei 1687 / overl. Heythuysen 3 januari 1731).

Wijnandus was gedurende 15 jaar tiendheffer, en mogelijk startte hij daarmee in 1712 (25 jaar oud). Dat betekent dat hij stopte met deze functie in 1727 (40 jaar oud). 

Henricus Reijners (ged. Heythuysen 3 augustus 1716 / overl. Heythuysen 30 januari 1746).

Henricus is ruim 29 jaar oud geworden. Dat betekent dat hij daarvoor ooit is beëdigd als tiendheffer. Omdat de duur van de functie kennelijk vermeldingswaardig was voor pastoor Linckens heeft Henricus deze waarschijnlijk toch wel een geruime periode vervuld. Als hij, net als zijn vader en opa, is gestart toen hij 25 jaar oud was dan zou Henricus dus
ca 4 jaar tiendheffer zijn geweest, in de periode 1741 tot 1745. Hij was immers het laatste half jaar ook nog ernstig ziek. 
Dat betekent ook dat er een tussenliggende tiendheffer is geweest, in de periode van 1727 tot 1741, gedurende 14 jaar. Hierover heb ik geen aanvullende informatie kunnen vinden. 

Samenvatting van de tiendheffers van de familie Reijnders voor de parochie van de H. Nicolaas te Heythuysen.

Persoon:                         


Henricus Engels alias Reijnders (1660-1726)       

Wijnandus Reijners (1687-1731)       

Henricus Reijners (1716-1746)         

Tiendheffer in de periode:


1685 - 1712, gedurende 27 jaar.

1712 – 1727, gedurende 15 jaar.

1741 – 1745, gedurende 4 jaar. 


Publicatie: "Drie generaties tiendheffers in één familie".

Aan dit onderwerp is in "Dagblad De Limburger" op 14 juli 2021  aand
acht besteed. Pieter Knippenberg (Heemkundevereniging Heitze) heeft hierover een artikel geschreven, met als basis mijn webpublicatie.


Bronnen

1.   https://nl.wikipedia.org/wiki/Tiende
2.  R.K. parochie H. Nicolaas te Heythuysen, klapper op de overlijdensaktes, 1727-1780, inv. nr. 218, met vertaling der
      akten, pag. 9 /Genver, Limburg, Heythuysen, archief-ID 991709, begraven, filmpag. 10.
3.  R.K. parochie H. Nicolaas te Heythuysen, klapper op de overlijdensaktes, 1727-1780, inv. nr. 218, met vertaling der
      akten, pag. 119/ Genver, Limburg, Heythuysen, archief-ID 991709, begraven, filmpag. 118.
4.  E-mail van het Bureau van de R.K. parochie H. Nicolaas te Heythuysen, de heer Jacques Beelen, 6-9-2017.
5.  Streekarchief Roermond, oud archief van de parochie H. Nicolaas te Heythuysen.
6.  E-mailwisseling met Jan Hanssen te Baarlo over de tiendheffers van de familie Reijnders, 10-9-2017.


Share by: